Hogescholen in last

Geplaatst door op dinsdag, 4 december 2012 in blog | 2 reacties
Hogescholen in last

In het hoger beroepsonderwijs zijn maar vijf opleidingen onder de maat, stelde Ron Ritzen in zijn opiniebijdrage ‘negatieve mythen plagen de hogeschool’ in de Volksrant van 27 november. Was het maar waar. Inmiddels heeft het Nederlands Vlaamse Accreditatie Orgaan (NVAO) 22 opleidingen in het hoger onderwijs bestempeld als onvoldoende. Daarvan zit het gros in het hbo (inclusief de particuliere aanbieders). Zij krijgen de kans om te verbeteren. Lukt dat niet dan is het einde oefening.

En met die 22 zijn we er nog niet, want het NVAO is nog volop aan het keuren onder het nieuwe regime, waarin zwakke studies nu de kans krijgen om te herstellen. Daar waar ze in het verleden nog de zegen kregen van de keurmeester, omdat sluiten, het enige alternatief, een wel erg draconische maatregel werd gevonden.

Nu de druk op het verbeteren van de onderwijskwaliteit wordt opgevoerd, komen hbo-instellingen steeds meer in de problemen. Deze week openbaarde de Volkskrant dat de onderwijsinspectie kritisch is over de deeltijdopleidingen, met name die van de particuliere aanbieders als LOI en NCOI. De studielast is te laag.

Onder de maat
Maar niet alleen blijken hbo-studies onder de maat, hele instellingen krijgen van het NVAO een kritische beoordeling. Hanzehogeschool in Groningen kreeg bij de instellingsaccreditatie onder voorbehoud een voldoende voor de interne kwaliteitszorg (ze heeft een jaar de tijd om meer checks and balances in te bouwen). Hogeschool Zuyd (Heerlen, Sittard, Maastricht) heeft zich onlangs zelfs teruggetrokken uit de beoordelingsprocedure toen tijdens de audit bleek dat ze met haar flink gewijzigde organisatie niet klaar is voor deze nieuwe kwaliteitstoets voor de hele instelling. Pas over vier jaar gaat ze het opnieuw proberen.

Dat is een ander beeld dan Ron Ritzen schetst in zijn bijdrage, waarin hij zich afzet tegen de negatieve sentimenten over het hoger onderwijs. Het gaat juist heel goed met het hoger onderwijs, betoogt hij. Ten bewijze grijpt hij naar de Times Higher Education World University Ranking. Twaalf Nederlandse universiteiten staan in de top-200 en ze stijgen ook nog eens op die ranglijst. Dus.

En ook in het hoger beroepsonderwijs is er niets aan de hand met de kwaliteit. Ritzen voert de recente uitspraak van de Raad van State aan ‘dat uit onderzoeken niet kan worden afgeleid dat het hoger onderwijs kampt met een structureel nalevings- of kwaliteitsprobleem’. Bij slechts vijf hbo-opleidingen was het eindniveau van afgestudeerden niet op orde. Dat zijn er vijf te veel en maakt de zaak niet minder erg, maar, mensen, vijf opleidingen! Op een totaal van 1.200 is het nog niet eens een half procent. Dus.

Achterstallig onderhoud
Zonder een loopje te nemen met de cijfers is de werkelijkheid dus anders. En dat is helemaal niet verwonderlijk, want het hbo kampt met achterstallig onderhoud als het gaat om kwaliteit. Hogescholen zijn in het afgelopen decennium opgejaagd door de politieke ambitie dat Nederland een kenniseconomie moet worden – vijftig procent van de studenten moest afstuderen in het hoger onderwijs. Scholieren werden bij wijze van spreken de hogescholen ingejaagd en niet zelden met genadezesjes richting werkveld geloodst door docenten die gefrustreerd figureerden in het doorgangshuis dat het hbo was geworden. Kwaliteit was in die dagen niet echt een issue. Wie er wel over begon (contacturen!), waande zich lange tijd een roepende in een woestijn.

De buitensporige groeidoelen zijn inmiddels van tafel. De onderwijskwaliteit moet boven elke twijfel verheven zijn, was de mantra van Halbe Zijlstra in zijn vorige baan als staatssecretaris van hoger onderwijs. Maar zo eenvoudig het voor de politiek is om de koers te verleggen van kwantiteit naar kwaliteit, zo lastig is dat voor de hogescholen. Je hebt niet in een handomdraai leerplannen aangepast, afstudeertrajecten verbeterd, genadezesjes uitgebannen, examencommissies op niveau gebracht en het percentage docenten met een master naar zeventig opgeschroefd. Dus als keurmeester NVAO zich, opgefokt door de roep om meer kwaliteit, meldt voor accreditatie, treft hij links en rechts opleidingen die niet aan de nieuwe aangescherpte eisen voldoen. Waarbij aangetekend dat bij elke accreditatie van een opleiding de kwaliteitslat weer wat hoger wordt gelegd.

Hoop gedonder
En zo holt het hbo achter de nieuwe kwaliteitsnormen aan. Het laat zich raden wat dit teweeg brengt in hogescholen: stress en een hoop gedonder om procedures en gevraagde kwaliteit op orde te krijgen. En daar gaat inderdaad veel, heel veel energie inzitten. En het leidt tot spanningen, docenten voelen zich opgejaagd. Wie niet presteert volgens de nieuwe normen heeft een probleem. De term afrekencultuur valt.

Maar het is nodig om het achterstallig onderhoud weg te werken. Niet alleen omdat publiek, politiek en keurmeesters daar om vragen. Ook branches waarvoor het hbo opleidt laten geregeld van zich horen, zoals dit najaar de werkgevers in de constructiebouw. Pas afgestudeerde hbo-bouwkundigen en civiel technici weten veel te weinig van wiskunde en mechanica, klaagden ze.

Om bij Ritzen terug te keren, het duurt nog wel even voordat het echt heel goed gaat met het hoger beroepsonderwijs in Nederland.

2 Reacties

  1. Ron Ritzen
    30 juni 2013

    Helaas mist u het punt dat ik in mijn stuk maakte. Jammer.

    Beantwoorden

Plaats een reactie