Doek valt voor kwakkelend Dean Foods
Het doek voor Dean Foods valt. Dalende melkconsumptie en toenemende concurrentie van private labels zijn de al jaren kwakkelende Amerikaanse zuivelproducent te veel geworden. Het concern praat met coöperatie Dairy Farmers of America over een overname.
Dean Foods, de grootste producent van verse zuivel van de VS, zit al jaren in een neerwaartse spiraal. Het zuivelconcern kampt met aanhoudende dalende melkconsumptie en toenemende concurrentie van private labels. De gevolgen zijn af te lezen aan de omzetontwikkeling. In 2011 bedroeg deze nog $13,1 miljard, in 2018 was de omzet gedaald tot $7,5 miljard.
Uiteindelijk is de melkverwerker in de concurrentiestrijd kopje onder gegaan. Op 12 november viel het doek. Dat was de dag waarop de melkverwerker wereldkundig maakte dat ze ‘Chapter 11’ had aangevraagd. Chapter 11 in de VS is een uitgebreide vorm van uitstel van betaling en biedt bedrijven de mogelijkheid om onder voortzetting van de bedrijfsvoering schulden te reorganiseren en (delen) van het bedrijf te verkopen. En dat is wat Dean Foods gaat doen. Ze praat met Dairy Farmers of America (DFA) over overname van ‘vrijwel alle activa’ van het bedrijf.
Dat is een proces dat wel een jaar kan duren, meldt de melkverwerker. De rechtbank keurde in december een krediet van 850 miljoen dollar goed dat bestaande geldschieters, geleid door de Rabobank, beschikbaar hebben gesteld. Deze zogeheten DIP-financiering zal Dean Foods gebruiken om de productie gaande te houden en sanering en verkoop af te ronden.
In de gesprekken met Dean Foods zal bij Dairy Farmers of America de vraag centraal staan of er muziek zit in een toekomst met de overgenomen activa van de grootste producent van verse zuivelproducten in de VS. Feit is dat DFA erg groot wordt. De coöperatie komt in de top drie van de Global Dairy Top 20, die de Rabobank jaarlijks samenstelt op basis van omzet. In de ranking van 2019 stond DFA op 6 (2 plaatsen gezakt), Dean Foods op 11. Samengesmolten zouden ze na Nestlé op plaats 2 staan, vóór de Franse giganten Lactalis en Danone.
Thuismarkt
Voor wat het waard is. Dean Foods heeft het al jaren moeilijk op de thuismarkt en er zijn geen indicaties dat de marktomstandigheden voor verse zuivel beter worden. Zo daalt de consumptie van verse melk in de VS al decennia gestaag, terwijl die van alternatieve plantaardige dranken (soja, amandel en haver) sterk stijgt. Een trend die volgens analisten (mede) een gevolg is van veranderend gedrag onder met name jongere consumenten (millennials), die zich in hun productkeuzes steeds meer laten leiden door groeiend milieubewustzijn, waarbij zuivel wordt gelinkt aan land- en watergebruik en milieu-impact van mest.
En in het zuivelschap meldden zich steeds meer concurrenten. Zoals Coca-Cola die het premiummerk Fairlife introduceerde, een lactosevrije melk met 50 procent meer eiwit en calcium en 30 procent minder suiker.
Daarnaast heeft Dean Foods te maken met grote retailers die zelf verse zuivel zijn gaan produceren, met eigen aanvoer en melkverwerkingsfabrieken. Deze supermarkgiganten (Kroger, Albertsons, Walmart) verkopen onder eigen label en zetten consumptiemelk regelmatig in om klanten naar de winkels te lokken. Dat betekent: verkopen voor of zelfs onder kostprijs.
Dairy Pure
In dit prijzengeweld van private labels heeft Dean Foods het nakijken. In het voorjaar 2015 lanceerde de producent het merk Dairy Pure, consumptiemelk die het landelijk uitrolde in de VS. Het was een poging van Dean Foods om zijn positie in de krimpende markt van consumptiemelk te versterken. Met kwalitatief goede melk (vers, regionaal en natuurlijk) wilde de producent de consument aan zich binden. Deze strategie bracht geen verlichting. Steeds meer consumenten stapten over naar de almaar goedkopere huismerken van de supermarkten. Het verschil tussen de prijs van private label melk en die van Dairy Pure steeg naar 40 procent, berekende het analistenbureau Bernstein op Wall Street.
Dean Foods verwerkte steeds minder melk en sloot fabrieken. Het besluit van Walmart om zelf zuivel te gaan maken, was een flinke klap voor de melkverwerker. Niet alleen leverde Dean Foods onder private label veel zuivel aan de supermarktketen, de retailer werd ook een belangrijke concurrent in Wisconsin, de melkveestaat van Amerika. In 2018, toen de verwerkingsfabriek van Walmart in Fort Wayne werd opgestart, zegde Dean Foods de leveringscontracten op met meer dan honderd boeren en sloot het opnieuw fabrieken.
“Dean Foods had grotere, concernbrede problemen met de consumptie van zuivelproducten, maar het verlies van de Walmart-leverantie was gewoon iets dat ze er niet bij konden hebben”, zei Mark Stephenson, directeur van het Centre for Dairy Profitability van de Universiteit van Wisconsin.
Joint venture
In de overlevingsstrijd zocht Dean Foods naar nieuwe kansen in het zuivelschap. Zo richtte het concern een joint venture op met CROPP, de grootste coöperatie van biologische melkveehouders in de VS, voor de afzet van de biologische consumptiemelk Organic Valley. Over de grens oriënteerde de zuivelproducent zich op een overname van a2 Milk Company, de Nieuw-Zeelandse producent van babyvoeding en consumptiemelk op basis van melk met het type eiwit betacaseïne A2. Het kwam er niet van. Wel kocht Dean Foods een meerderheidsbelang in Good Karma Foods, dat alternatieven voor lijnzaadmelk en yoghurt maakt, en Uncle Matt’s, een Amerikaanse fabrikant van biologische sapproducten.
Het bracht geen soelaas, zoals ook de kostenreductie- en productie-efficientieprogramma’s dat niet deden. Dean Foods boekte in 2018 een nettoverlies van $327,4 miljoen op basis van een omzet van $7,5 miljard. Het was de grootste min in zeven jaar. Analisten stelden vast dat de zuivelproducent ondanks de acquisities, nog altijd afhankelijk was van de verkoop van consumptiemelk (67 procent van de omzet), waarvan meer de helft onder private label werd geleverd. Een recept voor aanhoudend verlies.
In februari vorig jaar kondigde het concern een evaluatie van de bedrijfsstrategie aan. Zeven maanden later werd de nieuwe ceo Eric Berigause aangesteld. Hij kondigde op 12 november aan dat ‘Chapter 11’ was aangevraagd, wat de opmaat moet zijn tot verkoop van Dean Foods aan DFA. Berigause zei: “Ondanks onze inspanningen om ons bedrijf flexibeler en kostenefficiënter te maken, hebben we nog steeds te maken met een uitdagende markt die wordt gekenmerkt door aanhoudende dalingen van de consumptie van verse melk.”
EEN GROTE SPELER
Dean Foods (hoofdkantoor in Dallas) heeft 16.000 mensen in dienst en heeft nog 60 verwerkingsfaciliteiten in het hele land (het waren er 100). Belangrijkste product is consumptiemelk. Volgens het jaarverslag 2018 realiseerde Dean Foods 67 procent van zijn omzet ($7,5 miljard) met de verkoop van consumptiemelk, 15 procent kwam uit ijs, 6 procent uit verse room en 3 procent creamer.
DFA (hoofdkantoor in Kansas City) is een nationale coöperatie met zo’n 14.000 leden. Zij nemen in 48 staten ongeveer 30 procent van de totale melkproductie in de VS voor hun rekening. DFA verwerkt melk in een kleine 50 fabrieken verdeeld over het hele land. In 2018 realiseerde de coöperatie een nettowinst van $108,5 miljoen bij een omzet van $13,6 miljard. Dat was ruim een miljard dollar minder dan in 2017 ($14,7 miljard). Een gevolg van de lagere melkprijs, zo was de uitleg.
Dat Dean Foods met DFA praat over overname is voor de hand liggend. De zuivelproducent verwerkt veel melk van melkveebedrijven die lid zijn van DFA. Bovendien staat de verwerker naar verluidt nog voor $173 miljoen in het krijt bij de coöperatie.
Als de overname doorgaat ontstaat een grote speler. Niet iedereen is daar blij mee. Darin Von Ruden, president van de Wisconsin Farmers Union, zegt tegen Associated Press dat hij zich zorgen maakt. “Het zijn twee van de vijf grootste bedrijven in het land. Als ze consolidatie invullen door samen te gaan, is dat dan goed voor producenten? Het antwoord is waarschijnlijk nee.”
Recente reacties