Groen onderwijs moet vernieuwen

Geplaatst door op donderdag, 10 november 2016 in blog | 0 reacties
Groen onderwijs moet vernieuwen

Het groene onderwijs moet de komende tien jaar flink vernieuwen. Vraag is wel: wie gaat dat betalen?

Het groene onderwijs moet de komende tien jaar leerlingen en studenten anders gaan opleiden. Ze moeten meer internationaal georiënteerd zijn en andere vaardigheden leren zodat ze in een sterk veranderde wereld van land- en tuinbouw tot hun recht komen.

Dat zijn opdrachten die zijn geformuleerd in de Ontwikkelagenda Groen Onderwijs 2016-2025, het plan voor de toekomst van het groene onderwijs dat is opgesteld door het ministerie van Economische Zaken, het agrarische bedrijfsleven en het onderwijs zelf.

Grote uitdagingen
Het onderwijs moet veranderen om de Nederlandse land- en tuinbouw aan de top van de wereld te houden. De agri foodsector, goed voor bijna 17 procent van de Nederlandse export (exportwaarde 112,1 miljard euro), staat voor grote uitdagingen; ze moet zich richten op duurzame productie van voldoende, veilige en gezonde voeding, een leefbare omgeving en een vitale natuur, schrijven de makers van de toekomstagenda.

Nederland dreigt haar positie als gidsland te verliezen als de innovatiekracht afneemt

De ambitie is om internationaal voorloper te blijven in het oplossen van voeding- en duurzaamheidsproblemen waar de wereld mee worstelt. Dat vraagt om grote veranderingen en innovaties. En daar staat druk op. “Nederland dreigt haar positie als gidsland te verliezen als de innovatiekracht afneemt en we daardoor niet meer in staat zijn internationaal voorop te lopen,” staat in de toekomstagenda. “Zonder een sterk groen kennis- en onderwijssysteem is er geen innovatieve en ondernemende groene sector.”

Drie ambities
Daarom moet er geïnvesteerd worden in het kennis- en onderwijssysteem, dat de hele onderwijskolom omvat: van vmbo, mbo (aoc’s), hbo tot Wageningen Universiteit. In de agenda worden drie ambities geformuleerd.

Om te beginnen moet het onderwijs de inhoudelijke vernieuwing van het onderwijs versnellen, zodat deze beter aansluiting houdt bij de veranderingen in de sector. Daarbij moet ze ook meer bijdragen aan de innovatie van het groene bedrijfsleven.

Verder moeten de onderwijsinstellingen het onderwijs internationaler maken, aansluitend bij de steeds grotere internationale oriëntatie van de agrifood sector.

De groene arbeidsmarkt verbreedt en vernieuwt, daardoor ontstaan nieuwe beroepen

In die vernieuwing moeten instellingen hun leerlingen en studenten bovendien gaan voorbereiden op de ontwikkeling dat het bedrijfsleven in de agrifood steeds meer samenwerking zoekt met andere sectoren, zoals ICT, techniek, logistiek en zorg. Daardoor verandert en verbreedt de arbeidsmarkt, er ontstaan nieuwe beroepen.

Groen DNA
Daar moeten de groene scholen op inspelen door in hun opleidingen zogeheten cross-overs te maken naar ander sectoronderwijs. Op die manier moeten ze professionals afleveren die een ‘groen DNA’ hebben, maar wel inzetbaar zijn in uiteenlopende en steeds veranderende werkvelden. Ze moeten bovendien aanjager zijn van de innovatie waar het groene bedrijfsleven voor staat.

Het derde doel is dat onderwijsinstellingen meer leerlingen en studenten afleveren. Het gat tussen de vraag van het bedrijfsleven en het aantal professionals dat het onderwijs aflevert, moet gedicht. Sterker, de voorziene groei van de agri-food sector, vraagt om een verhoogde inspanning om meer studenten op te leiden. Om de instroom te stimuleren, verplichten de participanten zich om het imago van de sector te verbeteren.

Daarnaast moeten instellingen zich sterker gaan profileren, want dat leidt tot meer instroom van studenten, zo hebben Wageningen Universiteit en de hogere agrarische scholen ervaren. Ook de AOC’s (mbo, vmbo) dienen die profileringslag te maken, zij moeten zich organiseren in vijf regionale clusters.

* * *

Financiering is heet hangijzer

Uitvoering van de ontwikkelagenda kost jaarlijks circa 40 tot 45 miljoen euro. De vraag is hoe dat betaald moet worden. Door bezuinigingen op de vernieuwingssubsidies groen onderwijs drogen de financieringsstromen uit Den Haag op. De partijen moeten op zoek naar nieuw geld. “Dat is een forse uitdaging,” zegt beleidsadviseur Klaas Boer, die namens het onderwijs betrokken is bij de ontwikkelingsagenda.

Financiering is een heet hangijzer in het groene onderwijs. De AOC’s liggen al twee jaar in de clinch met het ministerie van EZ over de bekostiging; de 12 instellingen komen dit schooljaar naar eigen zeggen 28 miljoen euro te kort. Ook Wageningen Universiteit worstelt met afspraken die financieel knellen.

Boer vertelt dat het onderwijs dan ook een kanttekening heeft gemaakt bij de uitvoering van de agenda. Als de gaten in de bekostiging niet worden gedicht kan het onderwijs de ambities niet waarmaken, zegt hij. Toch zijn de partijen een inspanningsverplichting aangegaan. Boer is daar optimistisch over. “Er is veel enthousiasme onder het bedrijfsleven.”

Dit artikel verscheen in Boerderij Vandaag

Plaats een reactie