Raakt Rabo van het coöperatieve pad?

Geplaatst door op vrijdag, 17 januari 2014 in blog | 0 reacties
Raakt Rabo van het coöperatieve pad?

De Rabobank gaat deze maand naar de beurs. Met vreemd kapitaal wil de bank de kapitaalpositie versterken. Raakt de bank daarmee van het coöperatieve pad? Critici maken zich zorgen. “Als deze prachtige onderneming, onlangs nog triple A, haar coöperatieve kaarsje uitblaast, dan is er zwaar weer op komst voor andere coöperaties.”

Aan Friedrich Wilhelm Raiffeisen kan de vraag niet meer worden gesteld, maar bij leven zou hij op z’n minst even hebben moeten nadenken over het antwoord. Raakt de Rabobank van het coöperatieve pad? Precies honderdvijftig jaar nadat hij de allereerste boerenleenbank oprichtte gaat de Rabobank naar de beurs. En ook al krijgen de kopers van Rabo Certificaten geen zeggenschap, feit is dat de bank zonder aandeelhouders met deze beursgang een streep zet door Raiffeissens principe van zelffinanciering.

Vanaf 27 januari zijn certificaten van Rabobank verhandelbaar op de Amsterdamse beurs AEX, waarmee de weg vrij is voor (institutionele) beleggers om een belang in de bank te kopen. In een persbericht stelde de bank dat hierdoor de ‘sterke kapitaalpositie verder wordt verstevigd’. En om de certificaten nog wat aantrekkelijker te maken, kondigde de bank aan de vergoeding te verhogen van 5,2 naar 6,5 procent, een besluit dat slecht viel bij tal van Raboleden die net hun certificaten hadden verkocht.

Die ‘sterke kapitaalpositie’ stond in werkelijkheid onder druk, want leden verkochten op grote schaal hun ledencertificaten. De bank moest diep in de buidel tasten om de certificaten volgens afspraak op te kopen, wat schadelijk was voor de financiële positie van de bank. De opkoop ging ten koste van het eigen vermogen, terwijl de bank de solvabiliteit juist moest verbeteren.

Massale verkoop

De leden waren al gealarmeerd door de onrust op de financiële markten, maar de Libor-fraude en de megaboete, de crisis in het bestuur én een brief van de bank aan de leden waarin werd gewezen op het risico van beleggen in ledencertificaten, zetten de eigenaren van de certificaten aan tot massale verkoop.

Die dump legden meerdere gebreken in het coöperatieve bouwwerk van de bank bloot, analyseren desgevraagd een aantal coöperatiedeskundigen. Zo gedroegen de leden zich als beleggers met financiële motieven, niet als eigenaars voor wie een ledencertificaat een middel is om met een gunstige rente te participeren in het eigen vermogen van hun bank. Bovendien bleek dat een beperkt aantal (150.000) van de twee miljoen leden ledencertificaten te hebben gekocht, wat niet alleen duidt op een geringe betrokkenheid van de leden bij hun coöperatieve bank, maar ook op forse investeringen van een beperkt aantal leden in de bank.

Dat gebrek aan ledenbetrokkenheid is het gevolg van veel achterstallig onderhoud in de coöperatieve structuur, zegt een van de coöperatiedeskundigen, Onno van Bekkum. Hij is ongerust over de ontwikkeling bij de bank. “De coöperatie heeft haar focus op het langetermijnbelang van mensen voor wie ze er is. En niet de grillen van een beursklimaat. Die bijzondere organisatiestructuur zou je, gezien de problemen waar de wereld voor staat, moeten koesteren. Maar dat lijkt onvoldoende te gebeuren. En dat vind ik echt doodzonde.”

Majeure stap

Hij vindt het onbegrijpelijk dat het bestuur van de bank de leden niet heeft betrokken bij de besluitvorming over de beursgang. Aantrekken van vreemd kapitaal op de beurs is voor een coöperatieve bank een majeure stap, zegt hij. En ook al zijn het certificaten zonder stemrecht, het is toch eigen vermogen en de bank schept een precedent. “Men kondigde al aan nu vaker op de beurs kapitaal te kunnen gaan ophalen. Hoe meer afstand je neemt van je hardcore coöperatieve beginselen, hoe verleidelijker het wordt om steeds meer af te stappen van die principes.”

Hij heeft er begrip voor dat de bank gezien de dramatische ontwikkeling op de interne markt van de ledencertificaten en de megaboete voor de Libor-fraude, op zoek ging naar een kortetermijnoplossing voor de dreigende financiële problemen. Toch had het bestuur de leden kunnen raadplegen, zegt hij. “Ik begrijp ook wel dat je door die ontwikkelingen een probleem op je balans krijgt, maar dat dilemma had het bestuur desnoods met de bedachte oplossing aan de leden moeten voorleggen. Dan hadden ze alsnog kunnen zeggen: doe maar. Maar dan was wel de vraag op tafel gekomen of die twee miljoen leden hun verantwoordelijkheid wilden nemen door te investeren in hun eigen bank. Nu is dat niet gebeurd. Dat is jammer. De leden zijn vergeten.”

Die gang van zaken staat haaks op de noodzaak om te investeren in de revitalisering van de coöperatie, betoogt Van Bekkum die zijn bedenkingen uitte in een column in Boerderij. Hij kreeg daar veel reacties op, zegt hij. Ook uit de wereld van de Rabobank. “Verontruste leden, die binnen de structuren van de bank weinig gelegenheid hebben om hun ongenoegen te uiten. Verschillende zien de beursgang gewoon als een volgende stap in het afbreken van de coöperatieve structuur.”

Begrip

Onder toezichthouders van de lokale banken die volgens het coöperatieve model nog altijd de baas zijn van Rabobank Nederland, lijkt de beursgang minder gevoelig te liggen. Er is begrip voor de maatregel om naar de beurs te gaan. Jan Uijttewaal, vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Rabobank Maas & Waal en melkveehouder, formuleert voorzichtig, maar ziet in de stap geen bedreiging van de coöperatie. “Het gaat maar om twee dingen: er zit geen zeggenschap aan vast en de financiële vergoeding is onafhankelijk van het resultaat van de bank,” zegt hij.

Jorrit Jorritsma, melkveehouder in Oosterstreek en voorzitter van de raad van commissarissen van Rabobank Heerenveen Zuidoost-Friesland zegt: “Het besluit heeft niet tot onrust geleid. Het is een financieel instrument wat een rentevergoeding krijgt. Meer niet.” De lokale toezichthouder maakt een vergelijking met andere coöperaties, zoals mengvoergigant ForFarmers die een beursgang voorbereidt met winstgerelateerde aandelen. “Daar zou ik tegen zijn. FrieslandCampina heeft een perpetuele obligatie (met onbepaalde looptijd, bw) aan de beurs gehad, dat is vergelijkbaar met wat Rabobank nu doet. Het leidt niet tot zeggenschap in de bedrijfsvoering. Als die zeggenschap zou worden aangetast of het coöperatieve belang schaadt, dan was ik er faliekant op tegen geweest. Daar moeten we als leden heel erg scherp op zijn.”

Kei- en keihard werken

Jorritsma maakt zich veel meer zorgen over de reputatieschade die de bank heeft opgelopen door de problemen als de Libor-fraude. Daar heeft de toezichthouder veel vragen over gekregen, ook van verontwaardigde leden. ”Zoals Moerland al zei: dit hoort niet bij de Rabobank. Maar het is niet zo dat de coöperatieve structuur je de garantie geeft dat dit je niet overkomt. Onze goede reputatie heeft een kras opgelopen en we moeten hier bij de lokale banken kei- en keihard werken om het gevoel dat er altijd rondom onze bank was weer terug te krijgen.”

De Rabobank was de kampioen van de vorige competitie, zei president-commissaris Wout Dekker eind vorig jaar tegen het Financieele Dagblad. “De bank moet zich nu richten op de volgende.” Dat doet ze met een reeks maatregelen, gericht op versterking van de interne kwaliteitscontrole en herstel van het geschonden imago.

Maar als het aan Van Bekkum ligt wordt er opnieuw een fundamentele discussie gevoerd over de coöperatieve koers van de bank. Zo pleit hij als opvolger van het ledencertificaat voor een nieuwe vermogensvorm waarmee leden écht kunnen investeren in hun bank, zoals het honderdvijftig jaar geleden is bedacht door Friedrich Wilhelm Raiffeisen.

Het is van groot belang dat de Rabobank de geschonden coöperatieve structuur herstelt, zegt hij. “De Rabobank is één van de krachtigste coöperaties ter wereld. Als deze prachtige onderneming, onlangs nog triple A, haar coöperatieve kaarsje uitblaast, dan is er zwaar weer op komst voor andere coöperaties.”

Microsoft Word - Document3

Leden praten over toekomst bank

Is er dan helemaal geen verzet? Jawel. De lokale banken stonden op hun achterste benen toen de Libor-affaire een deuk sloeg in de reputatie van de Rabobank. De ledenraad van de lokale Rabobank Leiden schreef een kritische brief over aan de raad van bestuur van Rabobank Nederland. Die actie kreeg veel bijval van ledenraden van andere lokale Rabobanken. Eerder al vertrok Sipko Schat, het bestuurslid dat verantwoordelijk werd gehouden voor de Libor-affaire, onder druk van de lokale banken.

De beursgang met de Rabo Certificaten heeft nog niet tot kritische brieven geleid. Maar gepraat wordt er wel. In klein comité. Leden van diverse lokale Rabobanken uit heel het land beraden zich over de toekomst van de bank, bevestigt Emil Broesterhuizen, lid van de ledenraad van Rabobank Leiden, Leiderdorp-Oegstgeest.

Vandaag heeft het eerste overleg plaats. Inzet: hoe kunnen lokale banken hun invloed op de Rabobank vergroten?

Microsoft Word - Document3

Handvol certificaathouders beslist over beursgang

De beursgang is dan wel aangekondigd, maar eerst moeten de houders van de ledencertificaten daar nog mee instemmen. Op 14 januari komen ze in een buitengewone vergadering bijeen en moeten ze hun goedkeuring geven. De bank ziet de stemming met vertrouwen tegemoet, zegt woordvoerder Hendrik Jan Eijpe.

Die verwachting is mede gebaseerd op de resultaten van de laatste interne handelsdag, eind vorig jaar. Toen was de vraag naar certificaten voor het eerst weer groter dan het aanbod, wat impliceert dat leden weer belangstelling hebben voor de certificaten nu ze op de beurs verhandeld gaan worden.

Nog 125.000 leden hebben een of meer certificaten, aldus Eijpe. Dat betekent dat in de afgelopen maanden zo’n 25.000 leden hun certificaten hebben verkocht. Eijpe verwacht dat enkele tientallen leden op de buitengewone vergadering aanwezig zijn. “Misschien iets meer.” Dat betekent dat een zeer kleine afspiegeling van de certificaateigenaren beslist over de beursgang van de bank.

Dit artikel is gepubliceerd in Boerderij Vandaag en Boerderij

Plaats een reactie